Doeltreffende bekkenoefentherapie bij Fysiotherapiepraktijk Hofspoor uit Houten
Bekkenoefentherapie richt zich op het voorkomen en behandelen van klachten in het gehele buik-, bekken- en lage ruggebied bij vrouwen, mannen, kinderen en ouderen. Het bekken, de gewrichtsbanden, de bekkenbodem en de bekkenorganen beïnvloeden elkaar wederzijds. Een klacht in het bekken kan leiden tot een klacht in de bekkenbodem en omgekeerd.
Onze Bekkenoefentherapeut
Bekkenoefentherapie wordt bij Fysiotherapie Hofspoor verzorgd door Inez Meulenbeld. Na haar studie oefenterapie heeft ze ook de Masteropleiding bekkenfysiotherapie voltooid. De behandeling van de bekkenfoefentherapeut vindt doorgaans plaats op verwijzing van de huisarts of specialist (bijvoorbeeld uroloog, gynaecoloog, seksuoloog, verloskundige, maag-lever-darm arts, revalidatiearts of incontinentieverpleegkundige).
Ook een niet in bekkenfysiotherapie gespecialiseerde fysiotherapeut kan u doorsturen naar zijn gespecialiseerde collega.
U kunt ook rechtstreeks en zonder verwijzing terecht bij de bekkenfysiotherapeut.
Bekkenoefentherapie
U kunt bij ons terecht voor bekkenklachten bij zowel zwangerschap en bevalling als bij bekkenklachten die niet gerelateerd zijn aan de zwangerschap. Bijvoorbeeld bij:
- Urine incontinentie
- Problemen met de ontlasting (verlies of obstipatie)
- Seksuele problematiek
- Verzakkingen
- Pijnklachten in het bekkenbodem gebied
Indien u geopereerd wordt in het bekkenbodem gebied kunt ook langskomen voor pre of postoperatieve training.
Vergoeding bekkenoefentherapie:
· Bekkenoefentherapie wordt vergoed via uw aanvullende verzekering voor fysiotherapie.
· Omdat Inez oefentherapeut is en geen fysiotherapeut, kunnen incontinentieklachten helaas (nog) niet via de basisverzekering worden vergoed.
Als u deze behandeling van incontinentieklachten toch via de basisverzekering wil laten plaatsvinden, zult u contact op moeten nemen met een bekkenfysiotherapeut in een andere praktijk.
Het bekken en de bekkenbodem
Bekken en Bekkenbodem
Het bekken, de buik, de bekkenbodem en de onderrug zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bekken- en bekkenbodemproblemen kunnen te maken hebben met een verstoorde functie van de bekkenbodem, met darmproblemen of met de urinewegen. Bekkenfysiotherapie overziet het geheel en de onderlinge samenhang.
Het bekken
Het bekken vormt de schakel tussen rug en benen. Daarnaast biedt het steun aan alles wat zich in de buik bevindt. Voor een goed functionerend geheel spelen conditie, houding en manier van bewegen een grote rol. Rugpijn en bekkenklachten zijn niet ongewoon tijdens de zwangerschap.
De bekkenbodem
De bekkenbodem bevindt zich aan de onderzijde van het bekken en vormt samen met de botten van het bekken de onderkant van de buikholte. Door de bekkenbodem lopen de blaas en urinebuis (urethra), de schede (vagina) en het uiteinde van de dikke darm (rectum). Ze worden op hun plaats gehouden door spieren van de bekkenbodem en ophangbanden die vastzitten aan de botten van het bekken. Bij bewegingen als hoesten of lachen, neemt de druk in de buik toe. De bekkenbodem houdt dan alle organen op hun plaats.
Samengevat zorgt de bekkenbodem er dus voor:
- dat de buikholte wordt afgesloten, zodat buikorganen niet naar buiten komen
- dat u urine en ontlasting niet ongewenst verliest
- dat aandrang kan worden afgeremd
- dat u als u dat wilt kunt plassen en ontlasten door te ontspannen
- doorgang bieden aan het kind dat geboren wordt
- dat u gemeenschap kunt hebben.
Bekkenpijn rondom de zwangerschap
Het bekken tijdens zwangerschap en na de bevalling
De helft van de vrouwen heeft tijdens haar zwangerschap last van klachten van en rond haar bekken. In het verleden werden deze klachten aangeduid als bekkeninstabiliteit of symfysiolyse. Deze namen zijn niet juist gebleken en het is beter te spreken van bekkenpijn.
De klachten worden beïnvloed door vermoeidheid, bewegen en belasting. Vaak verdwijnen deze klachten na de bevalling, maar soms blijven ze langer bestaan. Tijdens de zwangerschap treden allerlei veranderingen op in het steunweefsel om het bekken waardoor de verbindingen tussen de verschillende bekkendelen soepeler worden Dit is nuttig omdat het lichaam zich op deze manier voorbereidt op de bevalling. Deze aanpassing is dus een heel natuurlijk verschijnsel dat bij elke zwangere vrouw optreedt. De aanpassing verloopt niet voor iedereen even makkelijk waardoor er pijnklachten kunnen optreden.
Je kunt zelf al veel aan de klachten doen. Je kunt bijvoorbeeld rustpauzes inlassen, de zwaardere huishoudelijke en verzorgende karweitjes of lange werkdagen (tijdelijk) beperken of uitbesteden. Minder traplopen. Ga een paar keer per dag een kwartiertje liggen.
Om te voorkomen dat de ongemakken uit de hand lopen of chronisch worden kan begeleiding door een bekkenfysiotherapeut zeker zinvol zijn.
Onze begeleiding is er met name op gericht dat iemand in de nabije toekomst weer een aantal dingen kan doen die ze graag wil uitvoeren. Conditieopbouw is daarbij een hulpmiddel.
In de loop van de zwangerschap krijgen sommige vrouwen een beetje last van de blaas. De meeste zwangere vrouwen moeten (tijdelijk) vaker plassen en hebben moeite met het uitstellen van de plas. Bijna de helft van de zwangere vrouwen heeft (tijdelijk) last van enig urineverlies. Een bekkenfysiotherapeutisch advies of een korte begeleiding, kunnen u helpen om de klachten te verminderen. Na de bevalling is het vaak raadzaam om de bekkenbodemspieren te revalideren onder deskundige begeleiding.
Bekkenbodemklachten
Wat kan er mis zijn met de bekkenbodem?
Functiestoornissen van de bekkenbodem zijn als volgt in te delen:
- De bekkenbodemspieren kunnen onderactief of verzwakt zijn. Dit leidt vaak tot problemen met het ophouden of tot verlies van urine, windjes, ontlasting of tot een verzakkingsgevoel.
- De bekkenbodemspieren kunnen overactief of te strak gespannen zijn. Dit kan leiden tot problemen met het reguleren van de aandrang, tot problemen met uitplassen of ontlasten, maar ook tot pijn in het bekkenbodemgebied en problemen bij gemeenschap.
- Soms doen de bekkenbodemspieren niet goed mee met de spieren waarmee ze in het dagelijks leven horen samen te werken of is het reactievermogen te traag.
Wat is het gevolg?
- Urineverlies en andere blaasproblemen
- Problemen met het uitplassen en/of ontlasten
- Pijn in de buik
- Pijn in het bekkenbodemgebied en seksuele problemen.
-
Stress-incontinentie
Stress-incontinentie is plotseling, ongewild urnieverlies tijdens normale, dagelijkse activiteiten. Een van de fabeltjes over stress-incontinentie is dat het hoort bij het proces van het ouder worden. In werkelijkheid kan het vrouwen van elke leeftijd treffen. Zelfs jonge moeders.
Het slapper worden van de bekkenbodem, bindweefsels en spieren kunnen het gevolg zijn van:
- zwangerschap en bevalling
- chronisch zwaar tillen of
- chronisch zware inspanning
- menopauze
- ernstig overgewicht
- chronisch hoesten en roken.
-
Urge- of aandrangincontinentie
Urge- of aandrangincontinentie is plotselinge, hevige aandrang om te plassen, gevolgd door urineverlies. U kunt het gevoel hebben dat u nooit snel genoeg bij het toilet bent, of u wordt ’s nachts mogelijk een paar keer wakker met een sterke aandrang om te plassen. Bij de overactieve blaas zijn de samentrekkingen van de blaasspier uit balans. Er hapert iets in het controlemechanisme waardoor u de regie over uw blaas kwijt raakt.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het kan in uw blaas zelf zitten, het kan liggen aan de bekkenbodem, of aan de zenuwen die reageren op de blaasvulling en -lediging. Bij de man kunnen ook prostaatklachten de controle over de blaas in de war brengen. Soms is er sprake van een combinatie van factoren. Vaak is er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen, maar is het wel mogelijk om de klachten in gunstige zin bij te sturen. Bekkenfysiotherapie, al of niet in combinatie met medicatie, is dan de eerste keus behandeling.
-
Gemengde incontinentie
Gemengde incontinentie heeft zowel kenmerken van stressincontinentie als van een overactieve blaas of aandrangincontinentie.
-
Problemen met uitplassen en/of ontlasten
Bij onvoldoende rust op het toilet worden de blaas en de endeldarm geremd in hun normale functie. Dit kan leiden tot verschillende problemen en komt ook voor bij kinderen. Problemen met het legen van de blaas: bij onvoldoende rust op het toilet kan de bekkenbodem onvoldoende ontspannen. Dit remt de blaas en de plas komt niet goed op gang of de blaas wordt niet goed leeg geplast. Dit geeft meer kans op urineweginfecties en een onrustige blaas.
Een andere oorzaak van plasproblemen is een te veel uitgerekte blaas. Een blaas die niet goed meer kan samentrekken, plast ook niet goed leeg. Een blaas mag niet worden uitgerekt tot meer dan 500 cc. Obstipatie en ontlastingsverlies kunnen beginnen met het te lang ophouden van ontlasting, gevolgd door problemen met het legen van de endeldarm. De ingedikte harde ontlasting kan gaan werken als een prop. De darm kan daarop reageren met het vormen van diarree, gevolgd door het gevoel dat u bij aandrang de ontlasting nauwelijks kunt ophouden en dat u moet rennen om op tijd bij het toilet te komen. Soms is er verlies van vaste ontlasting zonder aandrang.
-
Pijn in de buik
Een niet goed functionerende bekkenbodem kan de ontlasting of het plassen behoorlijk in de war brengen. Dat gaat vaak gepaard met pijn in de (onder)buik. Het omgekeerde komt ook voor: altijd pijn in de buik of onderin de rug of het bekken kan leiden tot krampachtige bekkenbodemspieren.
-
Pijn in het bekkenbodemgebie en seksuele problemen
Bij voortdurend verhoogde spierspanning ontstaan pijnklachten. Door continu verhoogde spierspanning in de bekkenbodem worden ook de bloedvaten naar de huid, naar het vaginale of anale slijmvlies afgeklemd. Dit heeft een tere en kwetsbare huid tot gevolg waardoor bij de vrouw pijn ontstaat bij gemeenschap en/of bij de stoelgang. Soms is gemeenschap niet meer mogelijk door verkrampte bekkenbodemspieren (vaginistische klachten).
Ook bij de man kan pijn in het bekkenbodemgebied optreden, uitstralend in het prostaatgebied. Dit kan samengaan met anale kloofjes of erectiestoornissen. Als de spierspanning in de bekkenbodem te laag is, kan dit tot gevolg hebben dat de schede wijd is en dat er weinig gevoel is tijdens gemeenschap. Bekkenbodemspieroefeningen kunnen daarin verbetering brengen.
Bij erectiestoornissen kan bekkenfysiotherapie even succesvol zijn als Viagra. Bij seksuele problemen werkt de bekkenfysiotherapeut soms in overleg met de seksuoloog.
Man en bekkenbodem
Bij mannen komen bekkenbodemproblemen ten gevolge van een overactieve bekkenbodem regelmatig voor. Plasproblemen en pijnklachten in het gebied van de bekkenbodem of in de prostaat zijn vaak het gevolg. Deze klachten hangen vaak samen met een verhoogde spierspanning en myofasciale triggerpoints in de bekkenbodem en/of rondom het bekken.
Veel mannen worden door de uroloog naar de bekkenfysiotherapeut verwezen. Het is ook mogelijk dat uw huisarts u verwijst of dat u rechtstreeks een afspraak maakt bij de bekkenfysiotherapeut. Bij een onrustige blaas en moeite met uitstellen van de plas is bekkenfysiotherapie de eerste behandelkeuze.
Nadruppelen en urineverlies zijn ook een reden om een afspraak te maken bij de bekkenfysiotherapeut. Evenals moeite met het ophouden van of kwijtraken van ontlasting.Dat geldt ook voor moeite met het ledigen van de endeldarm (poepen).
Na een prostaatoperatie is het niet ongewoon dat er een periode volgt met urineverlies. Als kort na de ingreep gestart wordt met een training van de bekkenbodemspieren en blaas, zal dit de periode van urineverlies aanmerkelijk verkorten.
Wat doet de bekkenfysiotherapeut?
De bekkenfysiotherapeut helpt bij het leren herkennen en trainen van alle relevante spieren rondom het bekken en maakt daarbij soms gebruik van speciale apparatuur. Bij gezonde zwangere vrouwen heeft de fysiotherapeutische begeleiding vooral het doel dat zij actief blijven en daarmee optimaal blijven functioneren.
Wij adviseren, begeleiden en behandelen bij de volgende klachten:
- ongewild verlies van urine en/of ontlasting
- niet te onderdrukken aandrang om te plassen en/of te ontlasten, veel te vaak plassen
- moeizaam kwijt kunnen van ontlasting
- gevolgen van verzakkingen van blaas, baarmoeder of darmen
- pijnklachten in de onderbuik, rond de anus of aan de geslachtsdelen
- seksuele problematiek, gerelateerd aan functiestoornissen van de bekkenbodem
- voor en na operaties in de onderbuik (gynaecologische, urologische en colorectale operaties)
- bekkenpijn en lage rugklachten in de periode rond zwangerschap en bevalling. Vroeger werd dit bekkeninstabiliteit genoemd
- bij gezonde zwangere vrouwen is de begeleiding met name gericht op preventie van bekkenpijn en bekkenbodemdysfuncties
- bekkenpijn en lage rugklachten door andere oorzaken dan zwangerschap of bevalling.
Het eerste gesprek met de bekkenfysiotherapeut
Als u niet bent verwezen vindt eerst een korte screening plaats. De bekkenfysiotherapeut zal inventariseren of uw klachten een indicatie vormen voor de fysiotherapeutische aanpak. De eerste behandeling bekkenfysiotherapie bestaat uit een vraaggesprek om uw problemen goed in kaart te kunnen brengen. Dan volgt uitleg over het ontstaan en de gevolgen. De bekkenfysiotherapeut zal vanuit haar eigen specifieke deskundigheid een aantal vragen stellen. Mogelijk wordt u gevraagd een plas- of ontlastingsdagboekje bij te houden om goed zicht te krijgen in de mate van incontinentie. Indien aanwezig wordt gebruik gemaakt van de gegevens van de huisarts of medisch specialist.
Volgende behandelingen
Als de bekkenfysiotherapeut alle onderzoeksgegevens heeft verzameld, volgt een onderzoek en kan samen met u het behandelplan worden opgesteld. Soms is het zinvol om aanvullend onderzoek te doen om de functie van de bekkenbodemspieren te kunnen boordelen. In dat geval wordt dit vooraf uitgebreid met u besproken. Het onderzoek is anders dan u van een ‘gewone’ fysiotherapeut gewend bent. Een bekkenfysiotherapeut is speciaal opgeleid om aanvullend op het onderzoek van bekken, rug- en buikspieren een inwendig onderzoek te doen om de functie van de bekkenbodemspieren te beoordelen. Bij een zwangerschap of als u persoonlijk bezwaar hebt, wordt er géén inwendig onderzoek uitgevoerd. Het behandelplan wordt afgestemd op uw specifieke klachten. Er wordt ook gekeken hoe u uw nieuw geleerde vaardigheden kunt inpassen in uw dagelijks leven. Ook aan het toiletgedrag zal veel aandacht worden gegeven. In het behandelplan zullen vaak de volgende aspecten terugkomen:
- toiletgedrag
- bewustwordingsoefeningen van het bekken en de bekkenbodem
- het leren aanspannen en ontspannen van de bekkenbodemspieren en andere spieren van het spierkorset zodat deze in harmonie met elkaar kunnen samenwerken
- het inpassen van deze vaardigheden in uw dagelijkse leven.
Tot de oefeningen uit het dagelijkse leven horen ook oefeningen om heftige plas- en/of ontlastingsdrang te kunnen opvangen. Dit zijn vaardigheden die nodig zijn voor een normaal sociaal leven. Zo kan bij een plasfrequentie van meer dan 8-10 keer per dag bijvoorbeeld getraind worden op het steeds met een paar minuten uitstellen van het plassen, het zogenaamde klokplassen. Ook voor heftige ontlastingsdrang kan het uitstellen van de toiletgang geoefend worden. De bekkenfysiotherapeut zal de oefeningen voor thuis altijd goed met u bespreken en uitleggen. Ook kunnen door de bekkenfysiotherapeut hulpmiddelen worden geadviseerd. Hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld een bekkenband bij bekkenpijn en een zogenaamde klaptampon bij urineverlies.
Bewustwordingsoefeningen voor de bekkenbodem
Het goed voelen van het bekken en de bekkenbodem is voor veel mensen moeilijk. De bekkenbodem is een spier die zich geheel binnenin ons lichaam bevindt en waar we niet zomaar naar kunnen kijken. Om dit deel van ons lichaam te kunnen oefenen, moeten we ons eerst bewust zijn van wat we kunnen met ons bekken, wat en waar onze bekkenbodem is en wat we ermee kunnen. Je kunt immers niet iets oefenen wat je niet voelt.
Omdat het middenrif en de bekkenbodem nauw samenwerken, wordt vaak gestart met ademoefeningen. Met deze oefeningen worden het voelen in het bekken en de buik gestimuleerd. U hebt al een grote stap gemaakt als u in lig- of zithouding met behulp van bijvoorbeeld de myofeedback uw bekkenbodem goed kunt aan- en ontspannen. Maar uiteindelijk komt het erop aan dat u in het dagelijkse leven op de juiste momenten uw blaas en darm kunt afsluiten en openen en uw buikorganen goed kunt ondersteunen.
Als de buikdruk verhoogd wordt, ontstaat er druk op de buikorganen. Als deze druk niet zou worden opgevangen door de bekkenbodem zouden er urine-, ontlastings- en/of verlies van windjes kunnen optreden. Maar wanneer wordt de buikdruk nu verhoogd? In alle gevallen waarbij we kracht zetten, wordt de buikdruk verhoogd. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan hoesten, niezen, bukken, tillen, duwen en verschillende vormen van huishoudelijk werk en sport. Alle oefeningen zijn (tijdelijke) hulpmiddelen om in uw dagelijks leven uw bekkenbodemspieren weer op de juiste wijze te leren gebruiken.
Blaastraining
Een blaas kan door verschillende oorzaken geprikkeld zijn en vaak het signaal geven dat er geplast moet worden. Er zijn verschillende behandelmogelijkheden voor de diverse oorzaken. Soms is de oorspronkelijke oorzaak niet meer aanwezig, maar de gewoonte om elk uur te gaan plassen is er nog wel.
Als een blaas weer moet wennen aan het verzamelen van meer inhoud dan bijvoorbeeld 200 cc, dan noemen we dat blaastraining. Bij een vochtinname van anderhalf tot twee liter per dag, is het in de regel normaal om per dag zes tot zeven maal te gaan plassen. Een normale blaasvulling ligt tussen de 300 en 500 cc. Als men koud of nerveus is, dan meldt de blaas zich wat eerder. Een blaas kan ook wennen aan een grotere vulling. Groter dan 500 cc is echter niet goed voor de blaas.
Correct toiletgedrag
Een goede toiletgang kan veel bijdragen aan het goed functioneren van uw blaas en uw darm en daardoor aan een goede gezondheid en welbevinden.
Neem altijd de tijd om naar het toilet te gaan. Hoe rustiger, hoe effectiever! Hoe beter uw blaas of darm geleegd is, hoe langer het meestal duurt voordat u weer naar het toilet moet.
In een gezonde, volwassen blaas kan 400 tot 500 ml. urine. Als de blaas ongeveer driekwart gevuld is, geeft hij een seintje (drang) en weten we dat het tijd is naar het toilet te gaan. Als u het drinken van ongeveer 1½ tot 2 liter verdeelt over de dag, zult u 6 tot 8 keer per etmaal plassen. Aandrang tot plassen kan soms best even uitgesteld worden. De blaas geeft ook een seintje (drang) als hij voor iets meer dan de helft gevuld is. Deze drang kan beter onderdrukt worden. Als we steeds zouden toegeven aan deze drang wordt de vullingmogelijkheid van de blaas steeds kleiner en moeten we steeds vaker naar het toilet.
Voelt u drang tot ontlasting, ga dan naar het toilet. Aandrang voor ontlasting uitstellen, betekent vaak dat de aandrang verdwijnt en voorlopig niet meer terugkomt. Dat kan leiden tot verstopping.
Ondervindt u bekkenbodemklachten? Bel Fysiotherapiepraktijk Hofspoor uit Houten dan op via 030-6342807